Welkom op het forum van startpagina!

Dit forum staat op alleen-lezen. Je kan hier informatie zoeken en oude berichten terugvinden, maar geen nieuwe berichten plaatsen.

Naar overzicht van alle forums

De codebreker Harold Gans over de Torah codes

  • Eliyahu

    Bs'd

    Over Torah, Wetenschap, en het Gebruiken van onze Talenten voor G-d.

    Dit artikel is gepubliceerd in de UK krant Hamodia, op 22 Maart 2012

    De Heer Harold Gans is een fascinerende persoonlijkheid. Hij is een ervaren wiskundige en heeft 28 jaar gewerkt voor de Amerikaanse National Security Agency (NSA) in Fort Meade, Maryland. Ongeveer 18 jaar geleden begon hij zich te realiseren dat hij zijn talenten moest inzetten voor het dienen van de Heer van het universum, en hij werd betrokken bij het onderzoeken en verspreiden van de kennis over de Torah codes als bewijs dat de Torah van hemelse oorsprong is. Daaropvolgend onwikkelde hij een reeks van lezingen over Torah en wetenschap, die hij presenteerde aan verschillende groepen. Velen zijn geinspireerd door zijn lezingen om meer te leren over het jodendom en zijn uiteindelijk een Torah getrouw leven gaan leiden.

    Het meest indrukwekkende aspect van de filosofie van Dhr Gans is de boodschap die hij wil overdragen aan de Hamodia lezers: Iedereen heeft een bepaald talent dat hij of zij kan gebruiken om Hashem (letterlijk: “De naam”, waarmee de naam van G-d bedoelt wordt) te dienen en om behulpzaam te zijn in de joodse gemeenschap. Zelfs zij die zich niet in staat achten om grote Torah geleerden te worden hebben andere talenten gekregen waarmee ze zich nuttig kunnen maken. We bezochten Dhr Gans in zijn huis, waar we fascinerende voorbeelden van Torah codes te zien kregen, leerden over zijn verschillende lezingen, en, het belangrijkste, waar we geinspireerd werden door zijn uiteenzettingen.

    Wat is uw achtergrond?

    Ik groeide op in Brooklyn, New York, en ging naar de Torah Vodaath basisschool, en Gur Aryeh (een afdeling van Yeshivas Rabbeinu Chaim Berlin) voor de middelbare school. Ik verkreeg een bachelor graad in wiskunde van de Belfur Graduate School of Science Yeshiva University, waar ik een National Science Foundation fellow was.

    In 1968 werd ik in dienst genomen bij de NSA, en werd daar uiteindelijk een hoofd cryptologische wiskundige. In die hoedanigheid gaf ik leiding aan een groep van 30 mensen die wiskundige instrumenten ontwikkelden voor cryptologen, om militaire en diplomatieke codes te breken.

    In 1968 verhuisde ik van Silver Springs, Maryland, naar Baltimore, terwijl ik nog steeds voor de NSA werkte. In Baltimore kwam ik in contact met Rabbijn Shlomo Porter, directeur van het Etz Chaim Centrum voor Joodse Studies. Hij was, en is nog steeds, sterk betrokken bij kiruv werk, het terugbrengen van niet-religieuze joden tot hun Torah wortels, en hij heeft daar veel succes mee. Ik had nog nooit eerder zoiets gezien. Ik had wel van kiruv gehoord, maar het nog nooit zelf meegemaakt. Ik was verbaasd en zelfs jaloers op zijn positieve effect op het joodse leven van de vele mensen waar hij mee werkte.

    Later vertelde hij me dat hij een zegen had ontvangen van Rabbijn Yaakov Yisrael Twerski zt”l, de Hornosteipler Rabbijn van Milwaukee, dat mensen jaloers zouden zijn op zijn succes en zijn werkwijze zouden overnemen.

    Ik begon me af te vragen hoe ik mijn steentje zou kunnen bijdragen aan het verbeteren van de wereld. Een van mijn helden was lange tijd Rabbijn Mike Tress, z'l, een zakenman die zijn organizationele talent gebruikte om de gemeenschap te dienen. Ik weet dat God iedereen vaardigheden en mogelijkheden geeft om Hem te dienen, en de gemeente van Israel te dienen. I begreep hoe een Torah geleerde of een rijke zakenman de gemeente van Israel kn dienen, en ik begreep ook hoe een loodgieter of een technicus dat kan door voor een synagoge of een yeshiva (talmoed academie/rabijns semenarie) te werken, of door joodse families te helpen, maar hoe kon een wiskundige de gemeente van Israel helpen?

    Een paar jaar later hoorde ik over de Torah codes. Van nature ben ik een scepticus, en ik heb wetenschappelijk of logisch bewijs nodig om overtuigd te worden van een ongebruikelijke claim. Mijn vrouw haalde me over om het onderwerp van de codes te onderzoeken, en ik gaf toe, om aan haar te bewijzen dat het onzin was. Ik bezocht een Arachim lezing, hoorde over de Torah codes, en ik kon geen enkele fout ontdekken in het materiaal. Ik ging naar huis en herhaalde hun experiment zelf, en verkreeg dezelfde resultaten. Daarna bezocht ik een lezing van het Aish HaTorah (letterlijk: Het vuur van de Torah) lezing in hun Discovery programma, en toen zag ik hoeveel mensen gefascineerd waren door de Torah codes en andere bewijzen dat de Torah van goddelijke oorsprong is. Ik realiseerde me toen wat een enorm effect dit materiaal heeft op hun levens, omdat het het bewijs is dat de Torah alleen door G-d gegeven kan zijn. I realiseerde me toen dat ik mijn vaardigheden als wiskundige en computer programmeur en mijn ervaring in het spreken in het openbaar, zou kunnen combineren om de Torah codes te onderzoeken, en er lezingen over te geven.

    Ik voelde dat ik mijn roeping gevonden had – mijn manier om de Heer van het heelal te dienen met mijn unieke talenten en mogelijkheden. Daarop werd ik vrijwilliger als een leraar voor Aish HaTorah, en kreeg de mogelijkheid om in steden over de hele wereld les te geven.

    Wat zijn de Torah codes? Hoe past wiskunde in het geheel?

    De Torah codes staan voor informatie die gecodeerd is in de verzen van de Torah. Wiskunde wordt gebruikt om de waarschijnlijkheid te berekenen om deze letters in die configuratie en onderlinge afstand te vinden. De gemiddelde persoon kan die codes niet vinden of ze op de juiste wijze beoordelen. Men moet zoeken naar bepaalde patronen, en een computerprogramma gebruiken om ze te vinden. Dan gebruiken we statistiek om de kans te berekenen dat deze patronen toevallig voorkomen in de Torah. Als de kans op een toevallige verschijning minder is dan 1 op 1000, dan verwerpen we de mogelijkheid dat het toevallig daar is, en dan is het patroon een echte code. Dit criteria van 1 op 1000 was ingesteld door niet-Joodse statistici voor het vaststellen van de echtheid van de Torah codes.

    Het concept van Torah codes is niet nieuw. Verwijzingen naar codes in de Torah kunnen gevonden worden in de dertiende eeuwse Torah commentaren van Rabbijn Bachjeh, en ook in het 16e eeuwse boek Pardes Rimoniem van de Rabbijn Moshe Cordovo. Kort na de tweede wereldoorlog schreef Rabbijn Mochoel Beer Weismandl over de codes in zijn boek Toras Chemed.

    In de afgelopen jaren waren dr Eliyahu Rips, een professor wiskunde aan de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem, en dhr Doron Witztum, de eerste om de Torah codes wetenschappelijk te onderzoeken. Zij ontwierpen het “Grote Rabbijnen Experiment”, waarin zij de namen van grote rabbijnen van de negende tot de achtiende eeuw gecodeerd vonden in de Torah, tezamen met de data van hun geboorte en overlijden, en dat alles onwaarschijnlijk dicht bij elkaar. Meer dan 150 paren van namen en data afkomstig van een encyclopedie zijn gebruikt voor dit experiment. Zij berekenden de kans dat dit door toeval zou gebeuren, en kwamen op een kans van 1 op 62.500 dat dat gewoon toeval was. Dit is meer dan 62 keer sterker dan het 1 op 1000 criterium wat hierboven vermeld is.

    Zelf voerde ik een vergelijkbaar experiment uit, en ik vond de namen van deze grote rabbijnen samen met de steden waar ze geboren en overleden zijn. De uitkomst van dit experiment heeft een kans van 1 op 250.000 dat het toeval is.

    Telkens wanneer er een wereldschokkende gebeurtenis plaatsvindt, dan vinden we vaak woorden die die gebeurtenis beschrijven, met bijbehorende datums, gecodeerd in de Torah. We hebben codes gevonden die 9/11 beschreven, de executie van Osama bin Laden, de Fukushima nucleare ramp in Japan in Maart 2011, de gevangenneming en executie van Saddam Hussein, de 2004 vloedgolf in Azië, en de rampzalige terugkeer van het ruimteschip Columbia in de atmosfeer met de Israelische astronaut Ilan Ramon aan boord.

    We hebben onderzoeken gedaan door dezelfde woorden die we gecodeerd in de Torah vonden te gaan zoeken in andere controleteksten, zoals hebreeuwse vertalingen van romans, maar de kans komt nooit laag genoeg uit om statistisch relevant te zijn.

    Ik begrijp dat niet-religieuze Joden dit heel interessant vinden, maar hoe zit het met de typische in een religieus gezin geboren en getogen Jood? Waarom zou hij hierover moeten weten?

    Er zijn verschillende antwoorden op deze vraag. Ten eerste; het is duidelijk dat deze codes er niet in zitten door toeval. Dit is iets wat de Heilige Hij zij gezegend, er in gestopt heeft. Hoe zouden we dan niet geïnspireerd kunnen zijn door die codes?

    Ten tweede; Chazal (de rabbijnen in het algemeen door de eeuwen heen) zegt ons dat in de dagen voor de Messias, dan zal de kennis van de Torah toenemen. Verschillende rabbijnen, waaronder Rabbijn Moshe Heineman, die zeggen dat dit één van de manieren is waarop dat gebeurt.

    En de derde, en waarschijnlijk de meest belangrijke reden, is dat, hoe moeilijk het ons ook valt om het toe te geven, dat er velen van ons zijn die er van kunnen profiteren om hun geloof te versterken. Het gebeurt vaak dat na een lezing voor een orthodox publiek er mensen naar me toe komen en zeggen: “Ik heb altijd in G-d geloofd, maar deze codes hebben mijn geloof vergroot.”

    Ik krijg regelmatig telefoontjes van yeshiva studenten die vragen hebben over hun geloof. Zij ervaren dat de codes en ander wetenschappelijk materiaal waar ik les over geef hun de versterking van geloof geeft waar ze naar zoeken.

    Er zijn aanzienlijke aantallen onder de religieuzen die versterking van hun geloof nodig hebben, zodat ze zonder de geringste twijfel kunnen geloven dat de Heer van het heelal de Torah geschreven heeft, en dat hij de wereld regeert. De Torah codes bieden deze versterking. Dit soort krachtig bewijs is iets wat we niet zomaar kunnen negeren.

    Maar waren de Torah codes niet weerlegd in de wetenschappelijke wereld?

    De controverse begon kort nadat dhr Witztum en dr Rips een artikel over hun “Grote Rabijnen Experiment” publiceerden in het wetenschappelijke peer reviewed wetenschappelijke magazine “Statistical Science”. Het kwam er toe dat hetzelfde blad een artikel publiceerde geschreven door een Australische computer expert, die zogenaamd de Torah codes weerlegde, en claimde dat het artikel van 1994 een vervalsing was. Statistical Science weigerde om Rips en Witztum een verdediging van hun artikel te laten publiceren, iets wat ongehoord is in de professionele wetenschappelijke literatuur waar het de regel is dat als er een weerlegging van een artikel gepubliceerd wordt, dat dan de auteur van het originele artikel als eerste de kans krijgt om te reageren.

    Witztum en Rips werd verteld dat zij een kans zouden krijgen om te reageren, maar toen krabbelde het blad terug, en gaf ze geen kans.

    In 2006, op het 18e Internationale Patroon Herkennings Congres, wat plaats vond in Hong Kong, daar werden zes artikelen gepubliceerd die de Torah codes ondersteunen. Al deze artikelen waren onderworpen aan peer review, wat betekent dat collega's in hetzelfde vakgebied de artikelen eerst beoordelen en zij de kans krijgen om alle fouten in het onderzoek of in de logica aan de kaak te stellen die zij maar kunnen vinden. Als zij één fout zouden vinden die onherstelbaar is, dan zou het artikel niet gepubliceerd worden. Eén van de artikelen waarvan ik mede auteur was bewees dat het originele artikel over het “Grote Rabijnen Experiment” geen vervalsing was, en dat het experiment met de rabbijnen en de steden van geboorte en overlijden echt was.

    Volgens de regels der wetenschap, als een criticus de Torah codes willen weerleggen, dan zouden ze fatale fouten moeten vinden in elk van de zes artikelen die elk een andere benadering en een andere code hadden. Dit gebeurde vijf jaar geleden, en tot de dag van vandaag is er geen enkele fout gevonden in elk van deze artikelen. Daarom zijn, volgens alle gangbare maatstaven, de Torah codes bewezen, en is het debat er over afgelopen.

    Helaas is het zo dat de meeste mensen niet weten dat het bewijs geleverd is dat de critici het bij het verkeerde eind hadden.

    Wanneer wetenschappers naar me toe komen en proberen de geldigheid van de Torah codes te betwisten, dan vraag ik: “Heb je een fatale fout kunnen vinden?” Dan is het even stil, en dan zeggen ze: “Nee.”

    Hoe zit het met de joodse wereld? Zijn alle rabbijnen het eens met de echtheid van de Torah codes?

    Er zijn critici in de Torah wereld, maar niet onder de grote rabbijnen. Dhr Witztum en/of dr Rips hebben goedkeuring ontvangen van Rabbijn Shlomo Zalman Auerbach, zt'l, en, ybl'c, Rabbijn Shmuel Auerbach, Rabbijn Matsyahu Salomon en Rabbijn Moshe Heinemann.

    Rabbijn Heinemann zei: “Er zijn bronnen voor de codes in Chazal. De Chasam Sofer schreef over hen – zonder een computer te gebruiken – net als Rabbijn Michael Beer Weismandl. Er is geen enkele twijfel dat ze uniek zijn.”

    Kan u me een voorbeeld geven van een Torah code?

    Er is een uitstekend voorbeeld van een Torah code die draait om de slachting in Mumbai in 2008. Deze code was ontdekt door de onderzoeker dr Moshe Katz, en heeft een interessant verhaal. Een paar jaar geleden was ik in Israel waar ik van plan was om lezingen te geven over de Torah codes bij Aish HaTorah. De dag voor de lezing bezocht ik dhr Witztum, en ik vertelde hem over de Mombai code. Hij vroeg me welke kansberekening er hoorde bij die code, en toen ik hem zei dat ik dat nog niet berekend had, toen wees hij de code faliekant af. Toen ik daarna zei dat ik de code de volgende dag zou gaan bespreken in mijn lezing, riep hij uit: “Hoe kan je de code presenteren zonder dat er een kansberekening gedaan is?” Ik zei hem dat niets wat hij zou zeggen mijn besluit zou veranderen. Ik had al besloten om het te presenteren als een “esoterische observatie”, aangezien de waarschijnlijkheidsfactor onbekend was. De volgende dag toen ik naar de lezing reed, werd ik gebeld op mijn mobile telefoon, het was Witztum. “Je moet de code presenteren”, zei hij. Hij was de halve nacht op geweest met het onderzoeken en uit te breiden, en hij kwam op een waarschijnlijkheid van 1 in 666.666 voor de woorden “de aanval”, “terreur”, “islam”, “in Bombay”, en “in het Chabad huis”, allemaal dicht bij elkaar gecodeerd.

    En er was meer: Dr Katz had ook een foto van de Torah rol gevonden die beschadigd was in de aanval op het Chabad huis. Er zat een kogelgat in de Torah rol, op dezelfde plaats waar de woorden “een Torah rol was gescheurd” waren gecodeerd in de verzen.

    Nou wat is de kans dat dat door toeval gebeurd? Er moet een Hogere Macht zijn die de Torah geschreven heeft, en wist dat deze aanval zou plaatsvinden, en die de code precies daar plaatste waar de kogel zou inslaan duizenden jaren later.

    Toen ik de code presenteerde, samen met dit verhaal, viel er een man letterlijk van zijn stoel.

    Kan u een beschrijving geven van de lezingen die u geeft over Torah en wetenschap?

    Ik heb twee verschillende lezingen over de codes, één is standaard, en de ander is gedetaileerder. Er zijn vier andere lezingen die ik ontwikkeld heb die wetenschap gebruiken om de autenticiteit van de Torah te bewijzen en het bestaan van G-d die het universum geschapen heeft en dat Hij er nog steeds bij betrokken is.

    In “Het Zoeken naar G-d in een Reageerbuis” presenteer ik verschillende op wetenschap gebaseerde bewijsvoeringen dat de Torah waar is en dat er een Heer van het universum moet zijn die de wereld regeert. Door het gebruik van statistiek kunnen we bewijzen dat dingen niet toevallig gebeuren. Eén illustratie is het wonder van de Golf oorlog in 1991. Het is algemeen bekend dat er 39 Scud raketten afgevuurd zijn op Israel. Op zijn minst negen daarvan vielen in dicht bebouwde gebieden, en daarbij viel slechts één dode. Kunnen we wetenschappelijk bewijzen dat dit een wonder was?

    Om het wonderlijke van deze gebeurtenis te bewijzen moeten we kijken naar wat er gebeurt buiten Israel. Op 26 Februari 1991 viel er een Scud raket in Saudi Arabië, die veroorzaakte 27 doden. Op 8 October 1980 vielen er drie Scuds op Dizful, Iran. Het gemiddelde aantal doden per Scud was 36,7. In Jemen in 1994 vielen er vier Scuds, en het gemiddelde dodental per Scud was 14,7. Gebaseerd op deze gemiddelden is de waarschijnlijkheid van negen Scuds die maar één persoon doden 1 op negenhonderdmiljoen triljoen triljoen triljoen – dat is een getal met 43 nullen. Dat is een wonder!

    Vergelijkbare resultaten worden verkregen met Katoesja raketaanvallen, en zelfmoord en autobomaanslagen, en dat geeft zeer sterk wiskundig bewijs dat er een Hogere Macht is die waarlijk waakt over het joodse volk.

    De “Handtekening van G-d” lezingen demonstreren dat het universum zo uitgebalanceerd is dat het perfect geschikt is voor leven. Er is een overvloed van wetenschappelijk bewijsmateriaal wat dit aantoont. Het is bijzonder onwaarschijnlijk dat dit door blind toeval had kunnen gebeuren. Er zijn vele voorbeelden van deze fijnafstelling. Eén voorbeeld uit vele is dat als de electromagnetische kracht die alle atomen en moleculen bindt, vier procent zwakker geweest zou zijn, dan zouden er geen moleculen geweest zijn. Dit fenomeen, wat bekend staat als het “antropisch principe”, wordt beschouwd als één van de meest lastige en onoplosbare problemen in de theoretische natuurkunde van het moment.

    Het bestaan van een Goddelijke Schepper lost dit probleem netjes op.

    De derde lezing gaat over de oorsprong van het leven. De waarschijnlijkheid dat het kleinste stukje DNA, een noodzakelijk bestanddeel van elke cel, vanzelf tot stand gekomen is, is zo oneindig klein, dat voor alle praktische doeleinden het onmogelijk is om te zeggen dat dit ergens in het universum gebeurd is sinds het begin der tijd. Wetenschappers kunnen geen verklaring geven. Ze kunnen het niet weerleggen, en toch, ze willen niet toegeven dat er een G-d moet zijn. Bioloog en Nobelprijswinnaar George Wald zei eens dat hij er de voorkeur aan geeft om in het onmogelijke te geloven dan in het alternatief; en dat is bovennatuurlijke schepping.

    Waar heb je allemaal lezingen gegeven?

    Ik heb les gegeven in elf landen over de hele wereld voor Aish HaTorah, en ook voor andere organizaties. Ik geef een gemiddelde van vijftig lezingen per jaar, in ongeveer twintig steden, met ongeveer zestig tot honderdentwintig luisteraars per lezing.

    Voordat ik spreek of mensen ontmoet die met me willen spreken over het geloof, dan bidt ik tot Hashem dat ik de juiste antwoorden mag vinden. Ik vraag geen honorarium voor deze lezingen, ik doe dat alleen om de gemeente Israel te helpen.

    Hebben deze lezingen succes als het gaat om mensen een religieus leven te laten leiden?

    Soms krijg ik feedback. Een paar jaar geleden was ik in Passaic, New Jersey, voor de sabbat, waar ik een familielid bezocht, en we bezochten de gebedsdienst in de Bees Torah U'Tefillah synagoge, die onder leiding staat van Rabbijn Menachem Zupnick. Rabbijn Zupnick verzocht me om een 15 minuten durende toespraak te geven bij de derde maaltijd. Ik gebruikte die tijd om te spreken over de schepping.

    Een jaar later kwam ik een religieus uitziende jonge man tegen, die naar me toe kwam en zei: “Mr Gans, vanwege u ben ik nu religieus. Ziet u, ik woon vlak bij de synagoge, en ik keek elke zaterdagmiddag uit mijn raam, en zag al die joden de synagoge in gaan. Ik vroeg me af wat ze daar deden. Op een dag besloot ik dat ik het zou gaan uitzoeken. De volgende zaterdag zette ik een keppeltje op mijn hoofd, en ging de synagoge binnen. Ik zag een tafel vol met lekkernijen, en besloot te blijven. En toen hoorde ik u spreken. In die vijftien minuten stipte u zoveel wijsheid aan in de eerste drie verzen van Genesis dat ik me verplicht voelde om er meer over te weten te komen. Vandaag de dag leef ik het sabbatsgebod helemaal na.”

    Dit is één verhaal uit vele.

    Dat is fascinerend! Nog een laatste boodschap?

    Ik wil alleen even herhalen dat iemand niet een Torah geleerde of rijk hoeft te zijn om de gemeente Israel te helpen. Ik wilde gewoon Hashem dienen, en Hij wees me de weg.

    Iedereen kan Hashem dienen op zijn of haar unieke manier. Iedereen heeft enig talent, een vaardigheid die op de juiste manier ingezet kan worden. Als iemand de wil en het verlangen heeft om dat te doen, en Hashem om hulp vraagt, dan zal Hij zeker de weg wijzen.

  • Frederik D

    Oorlog en Vrede schijnt ook codes te bevatten. En dat geldt ook voor andere romans. Jouw God was een druk baasje.

    Maar stel dat een hogere macht codes in de Thorah cq Tenach heeft verstopt. Die hogere macht hoeft dan geenszins jouw Jahweh te zijn maar kan ook Boeddha zijn die een jolige bui had, of Satan die jouw soort mensen wilde foppen.

    Lees ook:

    http://www.skepsis.nl/drosnin.html

  • Eliyahu

    Bs'd

    Het geval wil, dat het boek Esther, precies 12.111 letters bevat.

    Op zich niet zo heel bijzonder.

    Wat wel interessant is, is dat in de hele torah, dat zijn de vijf boeken van Mozes, de eerste vijf boeken vand de bijbel, Genesis, Exodus, Leviticus, Nummeri, en Deuteronomium, dat het woord “esther” daar maar één keer in voor komt. Dat is in Genesis 4:14.

    Nou wil het geval, dat als we in dat vers in Gen 4:14, de eerste gewone mem pakken, (dus niet een sluit-mem aan het eind van een woord) en dan telkens 12.111 letters opschuiven, dat we dan het woord “megilat Esther”, “Esther rol”, krijgen.

    Is dat nou niet frappant?

    Hoor ik daar nou iemand “Stom toeval!” roepen?

    Zoals we allemaal wel weten, het boek Esther gaat over de kwaadaardige Haman, die het in zijn hoofd haalde om maar eens al de joden uit te gaan moorden, een thema wat helaas van alle tijden is.

    De voorvader van Haman was Amalek, ook een karakter waar de joden niet mee konden opschieten: "Zo overwon Jozua Amalek en diens volk door de scherpte des zwaards.

    14 En de HERE zeide tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en prent het Jozua in, dat Ik de herinnering aan Amalek onder de hemel volledig zal uitwissen.

    15 Toen bouwde Mozes een altaar en noemde het: de HERE is mijn banier. 16 En hij zeide: De hand op de troon des HEREN! De HERE heeft een strijd tegen Amalek, van geslacht tot geslacht." Ex 17

    “Gedenk wat Amalek u gedaan heeft op uw tocht, toen gij uit Egypte getrokken waart; 18 hoe hij u onderweg tegenkwam en al de zwakken in uw achterhoede afsneed, terwijl gij vermoeid en uitgeput waart, en hoe hij God niet vreesde. 19 Als dan de HERE, uw God, u rust gegeven heeft van al de vijanden rondom u in het land, dat de HERE, uw God, u ten erfdeel geven zal om het te bezitten, dan zult gij de herinnering aan Amalek onder de hemel uitwissen; vergeet het niet.” Deut 25

    Het moge duidelik zijn, het botert niet tussen de joden en Amalek. Een hernieuwde poging van Amalek om Israel uit te roeien is beschreven in het boek Esther. Wat bestaat uit die 12.111 letters.

    Nou wil het geval dat de naam Amalek twee keer voor komt in het boek Genesis. Het wordt geschreven met ajin-mem-lamed-koef.

    En als we nou van de eerste ajin van de eerste keer dat de naam Amalek voorkomt telkens 12.111 letters opschuiven, dan wordt de naam Amalek uitgespeld, waarbij de laatste letter de koef is van de tweede keer dat de naam Amalek in Genesis voorkomt.

    Is dat nou niet toevallig?

    Zou daar nou niet een hoop rekenwerk aan te pas gekomen zijn om die codes zo door elkaar te laten lopen?

    Of kom je zulk soort dingen in elke tekst tegen?

    Wie het weet mag het zeggen.

  • Eliyahu

    Bs'd

    Nu we het toch over het boek Esther hebben, Haman, de kwaadaardige werd verslagen, en zijn tien zonen werden gedood: “En de Joden richtten onder al hun vijanden met het zwaard een slachting aan en brachten dood en verderf teweeg; zij deden met hun haters naar hun believen. 6 In de burcht Susan doodden en verdelgden de Joden vijfhonderd man; 7 en Parsandata, Dalfon, Aspata, 8 Porata, Adalja, Aridata, 9 Parmasta, Arisai, Aridai en Waizata 10 doodden zij, de tien zonen van Haman, de zoon van Hammedata, de jodenhater, maar zij staken hun handen niet uit naar de buit.” Esther 9

    En daarna kwam er een eigenaardig verzoek van Esther. De koning stond haar toe een wens te doen: “Toen de koning die dag vernam hoeveel mensen er in de burcht van Susa gedood waren, 12 zei hij tegen koningin Ester: ‘Alleen al in de burcht van Susa hebben de Joden vijfhonderd man gedood, ook de tien zonen van Haman. Hoeveel tegenstanders zullen ze dan wel niet hebben gedood in de andere provincies van het rijk! Wat wilt u verder nog vragen? Het zal u gegeven worden. Wat is uw wens? Hij zal vervuld worden.’”

    En Esther verzocht de koning dat de dode zonen van Haman opgehangen zouden worden: “Ester antwoordde: ‘Als het de koning goeddunkt, laat hij de Joden in Susa dan toestemming geven om ook morgen te handelen volgens de wet die voor vandaag geldt. En laat hij hun toestaan om de lijken van Hamans tien zonen aan een paal te hangen.’ 14 De koning gaf bevel dat het zo zou gebeuren. Er werd in Susa een wet uitgevaardigd, en ook werden de tien zonen van Haman opgehangen.”

    Dus de dode zonen van Haman werden alsnog opgehangen. Wat zou dat voor zin gehad hebben? Ze waren toch al dood. Ze konden niet doder dan dood worden. Maar goed, daar hingen ze, en de joden waren gered van de uitroeiing die Haman voor ze in gedachten had.

    Dit heugelijke feit wordt nog elk jaar gevierd tijdens het Poerim feest, zoals voorgeschreven in het boek Esther: "Mordechai stelde al deze gebeurtenissen op schrift en hij stuurde brieven naar de Joden in alle provincies van koning Ahasveros’ rijk, of ze nu dichtbij woonden of ver weg. 21 Daarin verplichtte hij hen ertoe om elk jaar opnieuw zowel de veertiende als de vijftiende dag van de maand adar te vieren, 22 omdat dit de dagen waren waarop de Joden rust gekregen hadden en niet meer door hun vijanden werden bedreigd, en omdat dit de maand was waarin droefheid was veranderd in vreugde en waarin rouw was veranderd in feest. Ze moesten er dagen van feestmalen en feestvreugde van maken, dagen waarop ze elkaar lekkernijen stuurden en geschenken gaven aan de armen. 23 De Joden gaven gevolg aan wat Mordechai hun schreef, en maakten zo een vast gebruik van iets waarmee ze zelf al een begin hadden gemaakt.

    24 Want zo was het gegaan: Haman, de zoon van Hammedata, een nakomeling van Agag en de vijand van alle Joden, had een plan beraamd om de Joden uit te roeien. Hij had het poer, dat wil zeggen het lot, laten werpen om paniek onder hen te zaaien en hen te kunnen uitroeien. 25 Maar nadat Ester zich tot de koning had gewend, gaf deze niet alleen toestemming om een brief te schrijven, maar besloot hij ook dat het onheil dat Haman met zijn verderfelijke plan tegen de Joden had beraamd, op diens eigen hoofd zou neerkomen. Hij en zijn zonen werden aan de paal gehangen. 26 Het is naar het woord poer dat deze dagen Poeriem worden genoemd.

    Daarom – vanwege de inhoud van het schrijven van Mordechai, en vanwege alles wat ze hadden meegemaakt en wat hun was overkomen – 27 namen de Joden de verplichting op zich om deze beide dagen nooit ongemerkt voorbij te laten gaan, maar ze elk jaar te vieren op de voorgeschreven wijze en op de vastgestelde tijd. Ze wilden dit tot een vast gebruik maken voor zichzelf en voor hun nakomelingen, en voor allen die zich bij hen zouden aansluiten. 28 De herinnering aan deze dagen moest levend gehouden worden: ze moesten worden gevierd door elke generatie en door elke familie, in iedere provincie en in iedere stad. Nooit mocht de viering van deze poeriemdagen bij de Joden in onbruik raken, en ook bij hun nakomelingen mochten ze niet in vergetelheid raken.

    29 Koningin Ester, de dochter van Abichaïl, stelde samen met de Jood Mordechai een tweede schrijven op om Poeriem nadrukkelijk verplicht te stellen. 30 Er werden brieven gestuurd naar alle Joden in alle honderdzevenentwintig provincies van Ahasveros’ koninkrijk, met betuigingen van vriendschap en trouw. 31 Daarin werd de viering van Poeriem op de vastgestelde tijd verplicht gesteld: ze moesten zich houden aan wat de Jood Mordechai hun had opgelegd – ook koningin Ester legde hun dit nu op – en de verplichtingen nakomen die zij voor zichzelf en voor hun nakomelingen waren aangegaan wat betreft vasten en weeklagen. 32 Esters bevelschrift bevatte bindende voorschriften voor de poeriemdagen, en de inhoud ervan werd te boek gesteld."

    Esther 9

    Dus elk jaar wordt het Poerim feest nog uitbundig gevierd, waarbij de kinderen zich verkleden als gedenkdag aan deze gebeurtenissen.

    De namen van de 10 zonen van Haman die opgehangen werden, die worden vermeld in de Esther rol: “Ook doodden ze Parsandata, Dalfon en Aspata, 8 Porata, Adalja en Aridata, 9 Parmasta, Arisai en Aridai en Waizata, 10 de tien zonen van Haman, de zoon van Hammedata, de vijand van de Joden.”

    In de Esther rol worden die namen aan de rechterkant onder elkaar geschreven, en aan de linkerkant staan de woorden “en”, zie hier:

    Wat opvalt is dat drie letters kleiner geschreven zijn dan de rest. Dat is al sinds duizenden jaren zo. Dat zijn in de eerste naam, de voorlaatste letter, dat is de tweede van links in de eerste naam, want hebreeuws wordt geschreven van rechts naar links. En dat is een tav.

    De tweede klein geschreven letter is in de zevende naam (de zevende van boven, hebreeuws wordt geschreven van boven naar beneden, en niet van beneden naar boven ;) )de vierde letter van rechts, en dat is een sjin.

    De derde en laatste klein geschreven letter is in de laatste naam, de derde letter van rechts, en dat is een zajin.

    Wat ook opvalt, is dat in de laatste naam, de eerste letter, een waav, groter dan normaal is geschreven.

    Waarom die letters klein geschreven werden, dat was duizenden jaren lang onbekend, gewoon een kwestie van traditie, en zo doen we dat. Maar het grappige is dat die drie letters allemaal een getalswaarde hebben. De tav is 400, de sjin is 300, en de zajin is 7. Bij elkaar 707.

    En dan hebben we nog de grote waav, met een getalswaarde van zes.

    Nou kan dat gelezen worden als een jaartal, de grote waav die verwijst naar het zesde milennium waar we nu nog steeds in leven. De joodse kalender telt van de schepping, die nu 5772 jaar geleden is. En de 707, die de jaren aangeeft, en dan kom je op het jaar 5707, in de christelijke jaartelling is dat 1946.

    En nou wil het geval, dat er in dat jaar, twaalf nazi oorlogsmisdadigers veroordeeld werden tot de strop, in de Neurenberger processen.

    Eén daarvan werd bij verstek veroordeeld, die hadden ze niet. Een ander, Goering, die ontsnapte aan de hangman door een paar uur daarvoor een gifcapsule in te slikken.

    Dus werden er toen 10 nazi oorlogsmisdadigers opgehangen, die zich met hart en ziel ingezet hadden om de joden tot de laatste man vrouw en kind uit te roeien, gelijk de 10 zonen van Haman.

    En het merkwaardige is dat toen Julius Streicher het schavot opgeleid werd, hij zei:: “Nu ga ik naar God.”

    Vlak voordat de strop om zijn nek gelegd werd en het valluik naar de eeuwigheid openklapte, riep hij uit: “Poerim feest 1946!”

    Frappant wat?

  • Eliyahu

    Bs'd

    In de middeleeuwen was er een zeer grote joodse Torah geleerde, die leefde in Egypte. Hij was lijfarts van de sultan, en hij heeft vele boeken geschreven over het jodendom, die het jodendom sterk beïnvloed hebben. Op zijn magnum opus, de Mishne Torah, een verhandeling over de 613 ge- en verboden die in de Torah te vinden zijn, ( http://en.wikipedia.org/wiki/613_commandmentss ) is het overgrote deel van de joodse wet gebaseerd. Zijn naam was Moshe ben Maimon, maar hij is beter bekend onder zijn acroniem: Rabbi Moshe Ben Maimon = Rambam.

    Komen we bij een andere Torah geleerde, het genie van Vilna. Hij leefde in de 18e eeuw, en claimde dat er in de Torah een hint zit die verwijst naar de boven vermelde Rambam. Dit deed hij op basis van het feit dat er in Exodus 11:9 geschreven staat: “Ik zal mijn wonderen vermeerderen in het land Egypte.” Het land waar de Rambam woonde. In het hebreeuws is dat: “Revot moftai ba'erets Mitsrajiem” De eerste letters van die woorden spellen “RaMBaM”. De bekende middeleeuwse Torah geleerde.

    Rabbi Weismandl, die zo rond de tweede wereldoorlog ook al de Poerim code gevonden had met een skip van 12.111, (zonder computer) die vond hier nog wat meer verwijzingen naar de Rambam.

    Hij ontdekte dat als je van een mem iets eerder in datzelfde vers waar gesproken wordt over Gods wonderen in Egypte, en waar het woord “Rambam” in gecodeerd is, met een skip van 50 verspringt, dan krijg je het woord “Mishne”. En een paar alinea's verderop, ook met een skip van 50, dan krijgen we het woord “Torah”, en samen spellen ze het woord “Mishne Torah”, het meesterwerk van de Rambam, over de 613 geboden, wat vandaag de dag nog ijverig bestudeerd wordt door joodse theologie studenten.

    Nou was het wel wat eleganter geweest als het woord “Torah” wat dichter bij “Mishne” had gestaan, misschien ook met 50 letters er tussen. Maar toen Rabbi Weismandl dat ging onderzoeken, ontdekte hij dat tussen de Mem van “Mishne” en de Tav van “Torah”, er precies 613 letters zaten.

    Frappant wat?