Bidden is eigenlijk gebaseerd op het voortdurende samenzijn met God.
Normaal bedoelen we met bidden een reeks zinnen die je uitspreekt en die de bedoeling hebben om het oor van God te bereiken.
Te denken dat het zó werkt, is volslagen onzin. God ‘zit’ niet ergens linksboven in het plafond of zo - hij bevindt zich in het diepste centrum van je geest, omdat GodZelf een geestelijk wezen is. Het heeft dus geen enkele zin om zinnen en woorden te prevelen, naarbuiten je lichaam te sturen, en al hélemáál niet als het óók nog eens voorgeschreven zinnen zijn zoals bv bij rituele gebeden.
Vanuit de erkenning van de innerlijke aanwezigheid van God ontstaat er een soort van een gezamenlijke basis waarop je, vaak zonder dat je je dat echt bewust bent met God communiceert. vaak woordeloos en vaak onbewust. De weerslag daarvan, een innerlijke rust, zekerheid, opgewektheid, vriendelijkheid, en goedheid zijn de eerste duidelijke kenmerken van dit samenspel met God. En dat samenspel, dát is nu juist het werkelijke gebed. Met díe vorm van bidden is bedoeld wat wel eens is gezegd: nog voor wij bidden heeft God ons gehoord.
Is het dan verkeerd om met woorden te bidden?
Nee dat is het zeker niet. Uiteindelijk heeft Jezus ons geholpen met het overbekende Onze Vader. Maar laten we duidelijk voor ogen houden dat het gebruik van woorden een nut moet hebben lós van de gedachte dat God die woorden zou horen want dat doet God in principe niet. Het ‘inzetten van’ woorden is bedoeld om makkelijker tot een geestelijke concentratie te komen binnen de baaierd van geluiden, beelden, en impulsen die voortdurend op ons afkomen, en die het ons niet altijd makkelijk maken om innerlijk stil te zijn, een basishouding voor gebed, die nodig is om de eerder genoemde vruchten van werkelijk gebed ervaarbaar te maken.
De ontwikkeling van dat samenspel, God-en-jij samen-in-het-gebed, kan uiteindelijk leiden tot de openbaring van Christus in jou.
En dat is de uiteindelijke bedoeling - van het gebed.