De mensheid had vroeger de beheoefte om de vele onbegrijpelijke dingen in de natuur toe te schrijven aan een hogere Macht. Die Macht was onbegrijpelijk en Zijn daden waren willekeurig. Dat kan ook niet anders, want waren Zijn daden te begrijpen en te voorzien, dan had het weinig zin om als oorzaak een God te herkennen, omdat je dan immers wel wist hoe je je moest gedragen om dergelijke daden te voorkomen. Ik denk daarbij vooral aan het optreden van ziektes, dood, leven, etc. Maar ook bijvoorbeeld aan natuurrampen: aarbevingen, tsunami's, grote bosbranden.
Veel van deze rampen hebben hun religieuze dimensie verloren. Aardbevingen zijn te voorspellen. Ziektes kunnen veelal genezen worden. Nog enkele zijn gebleven. Denk aan de dood en het onbekende “niets” wat daarachter is.
Toch zijn er nog psychologische behoeftes die wij mensen willen vervullen. Denk aan het zonder voorwaarden-vooraf liefgehad willen worden. Aan een moederfiguur (Maria) die altijd en overal voor ons aanwezig is als een eeuwige hulp voor haar kinderen. Aan een persoon, een mens zoals wij allemaal zijn (Jezus). waar we altijd en eeuwig vergeving kunnen vragen.
Misschien is het wel zo dat er geen God-los-van-ons bestaat, maar dat de God die bestaat, het antwoord is op onze behoeftes.