DOORN – De Holocaust heeft het failliet aangetoond van de door het christendom en de Verlichting gevormde Europese cultuur. De theologie mag dat niet negeren, maar doet dat wel.
Dat is kort samengevat de boodschap die dr. A. Prosman woensdagmiddag de theologiestudenten voorhield tijdens de derde dag van de studieweek van de Gereformeerde Bond in Doorn. „Bezinning op de Holocaust is nodig om zicht te krijgen op de cultuur, maar de theologie kijkt weg van deze dingen. Dat vind ik heel erg.”
De hervormde predikant uit Hoogeveen sprak over ”Kerk en cultuur 65 jaar na Auschwitz”. De uitroeiing van de Joden in Europa rust als een hypotheek op de westerse cultuur, benadrukte hij. „Die hypotheek is zo groot en zo zwaar dat die nooit afgelost kan worden.” Wat wel kan en moet, is dat dit eerlijk onder ogen wordt gezien, en daar schort het bij theologen nogal eens aan, aldus dr. Prosman
Het is niet juist om de schuld van de Holocaust geheel bij het christendom te leggen, zoals bijvoorbeeld dr. Hans Jansen doet in zijn boek ”Christelijke theologie na Auschwitz”, vindt dr. Prosman. Hij verwees daarbij naar de analyse van Zygmunt Bauman. Deze Pools-Joodse socioloog ziet de Holocaust als een gevolg van de moderne samenleving zelf.
De meeste Duitsers en andere Europeanen zaten niet vol boordevol Jodenhaat, maar namen wel een onverschillige houding aan. Tijdens een wereldwijde conferentie in 1938 bleek slechts één land, de Dominicaanse Republiek, bereid de Joden op te nemen. Dr. Prosman: „De Shoah is de tragedie van de wereldwijde onverschilligheid. De hele Westerse wereld was daarbij betrokken en daarom draagt zij mede schuld.”
In de kerk leeft het besef dat we in de huidige tijd niet op de oude voet verder kunnen, signaleert dr. Prosman. Het gevoel van urgentie beperkt zich echter tot praktische en missionaire vlak. In het licht van de Holocaust is een meer fundamentele bezinning nodig, stelt de predikant, die promoveerde op een proefschrift over Nietzsche.
„Christelijke theologen lopen met een grote boog om Auschwitz heen”, zo haalde dr. Prosman rabbijn Soetendorp aan. „Ik denk dat hij gelijk heeft. Het is schrijnend dat in werk van theologen als Van Ruler, Miskotte en Berkhof nauwelijks iets doorklinkt van wat in die duistere jaren is gebeurd.”
Als positieve uitzondering noemde hij prof. A. van de Beek en de cultuurtheoloog dr. F. O. van Gennep (1926-1990). Deze laatste zoekt de oorzaak van de Shoah in het totalitaire eenheidsdenken dat kenmerkend is voor de Verlichting, maar ook voor het christendom. Hij stelde voor dit eenheidsdenken te vervangen door het pluriforme denken.
Dit postmoderne alternatief voldoet niet voor dr. Prosman. „De praktijk zal zijn dat juist dan strijd ontstaat. Als alle meningen evenveel waard zijn, komt het aan op macht.” Uiteindelijk is het denken is niet in staat de tragedie van de Holocaust te analyseren, zo stelde hij.
Volgens dr. Prosman biedt alleen de openbaring in de Schrift een echte cultuuranalyse, die door het denken nooit bereikt kan worden. „De Bijbel ontmaskert het antisemitisme als verzet en haat tegen de verkiezing van God, Die dit volk apart heeft gezet.”
C. S. Lewis
’s Morgens luisterden de studenten naar een lezing van prof. dr. M. J. de Vries, De hoogleraar reformatorische wijsbegeerte aan de TU Delft sprak over ”Het huidige spreken over hemel en hel, gekoppeld aan C. S. Lewis”.
Het denken over het hiernamaals in de huidige cultuur neemt vaak de vorm aan van utopiedenken, aldus De Vries. Als reden hiervoor wees hij aan dat de mens door de techniek probeert de gevolgen van de zonde ongedaan te maken. Utopiedenken is een geseculariseerde vorm van het Bijbelse visioen van het Nieuwe Jeruzalem, aldus de Delftse hoogleraar.
Als voorbeeld noemde hij het repareren van menselijk weefsel zodat het sterfproces uitgesteld kan worden. De Vries: „Sommige wetenschappers zien een levensduur van twee-, driehonderd jaar, of nog langer binnen bereik. We hebben dan de onsterfelijkheid gerealiseerd buiten de verzoening en het werk van Christus om.”
De hoogleraar die tevens hoofdbestuurslid is van de Gereformeerde Bond waarschuwt ervoor voorzichtig te zijn met de uitspraak dat zoiets toch niet zal kunnen. „Vroeger is ook gezegd dat de mens niet kan vliegen of niet naar de maan kan gaan.”
Een kenmerk van utopiedenken is dat de volmaaktheid uiteindelijk toch niet gerealiseerd kan worden, aldus De Vries. „Utopieën blijken steeds ”niet-plaatsen” te zijn”, wat de letterlijke betekenis is van het woord. „Wat zal bijvoorbeeld ‘onsterfelijkheid’ doen met onze motivatie en onze weerstand tegen tegenslag? Is het wel gezond als lijden en sterven uit het leven verdwijnt?”
„Onze zelfgemaakte hemel slaat gemakkelijk om in een hel”, was de conclusie van de Delftse hoogleraar. Op dit punt legde hij een link naar het werk van de bekende Engelse literator en apologeet C. S. Lewis (1898-1963). De hel is volgens Lewis een voortdurend mislukkend streven naar het volmaakte, dat uiteindelijk leidt tot „de afschaffing van de mens”, zoals de titel van een van zijn werken luidt.
In zijn denken over hemel en hel legt Lewis een sterke nadruk op de eigen keuze van de mens. „Uiteindelijk zijn er slechts twee soorten mensen: degenen die tegen God zeggen: “Uw wil geschiede” en degenen tot wie God zegt: “Uw wil geschiede””, zo citeerde de Delftse hoogleraar een bekende uitspraak van de Engelse apologeet.
De Vries noemt het opvallend dat God in Lewis’ beschrijving van hemel en hel nauwelijks een plaats heeft. Het is voor hem overigens de vraag of Lewis wel de bedoeling had de situatie in het hiernamaals te beschrijven. „We hebben meest aan Lewis, als we proberen zijn boodschap voor het hier en nu op te vatten, en niet zozeer als een beschrijving van onze eeuwige bestemming.”
Bijbels gezien behoeft het denken van Lewis over hemel en hel aanvulling, aldus De Vries. Hij verwees daarbij naar het denken van dr. K. Schilder (1890-1952), die zich apart met dit thema heeft beziggehouden. Voor Schilder is de hel concreet en verbonden aan het oordeel van God. ”De hel bevindt zich onder ons, want ze is de vergelding en rechtshandhaving van God over ons”, zo haalde De Vries de vrijgemaakte theoloog aan. De hel is voor Schilder niet alleen een gevolg van onze eigen keuze, maar ook van Gods oordeel over ons.
Aan het slot van zijn lezing trok de hoogleraar enkele lijnen naar de praktijk. De voorbeelden van technische utopieën zijn goed bruikbaar om in het gesprek met niet-christenen te laten zien hoe reëel de begrippen hemel en het zijn, benadrukte hij. „Juist technologische ontsporingen laten zien dat het kwaad op een grootschalige manier naar ons toe kan komen.”
Veel christenen gaan te klakkeloos om met de techniek, vindt De Vries. Als voorbeeld noemde hij de reformatorische school van zijn dochter, die voor tal van zaken gebruik maakt van internet. „Niet KPN, maar de reformatorische school dwingt mij om internet in huis te hebben.”
——————————————–
http://www.refdag.nl/nieuws/theologie_loopt_om_holocaust_heen_1_498426