Pierson, Allard
Theoloog, wijsgeer, literair criticus en kunsthistoricus (Amsterdam 8 april 1831 - Almen 27 mei 1896)
Allard Pierson stamde uit de protestantse Réveilkring, die hem altijd dierbaar is gebleven. Hij was eerst geboeid door Da Costa, maar tijdens zijn studie te Utrecht bij C.W. Opzoomer en te Leiden bij J.H. Scholten werd hij gewonnen voor de moderne theologie. Hij promoveerde bij Scholten op het proefschrift “Realisme en nominalisme” (1854), werd predikant te Leuven (1854-1857) en van de Waalse Gemeente te Rotterdam (1857-1865). In zijn Rotterdamse jaren kwam hij allengs tot de slotsom dat de ‘godsdienst van de humaniteit’, waarvan de kerk de moeder was geweest, zich nu moest verwerkelijken in de samenleving; mensheid ging hem boven christenheid.
De scheiding tussen het profane en het heilige was weggevallen. Hij keerde zich fel tegen de orthodoxie in de kerk, maar zag in dat hij het was die eigenlijk niet meer in de kerk hoorde. In 1865 legde hij zijn ambt neer en verantwoordde zijn stap in een open brief: Dr. Pierson aan zijne laatste gemeente. Hij verwierp nu elk supranaturalisme, dat voor hem het wezen van de christelijke godsdienst uitmaakte.
Van 1865 tot 1875 was hij hoogleraar te Heidelberg. Na zijn intellectuele afscheid van het christendom preekte hij daar toch af en toe weer en ontwikkelde zich van strikte naturalist tot agnost. Hij erkende de ‘dorst naar het Oneindige’ en schreef vanuit dit besef Oudere tijdgenooten (1882-1886), een piëteitsvolle evocatie van de religieuze wereld van zijn jeugd.
In 1877 werd hij benoemd tot hoogleraar esthetica en kunstgeschiedenis te Amsterdam. Zijn publicaties geven blijk van een grote eruditie en talenkennis en van een alomvattende belangstelling. Op het terrein van de esthetica werd hij in Nederland de primus inter pares. Zijn serie ‘Geestelijke voorouders’ (1887-1893) was een monument voor de humaniteit; hij voltooide de delen Israel en Hellas. Piersons verdiensten zijn gehonoreerd in het naar hem genoemde archeologisch-historisch instituut van de Universiteit van Amsterdam.
Auteur
George Harinck
———————————–
http://www.protestant.nl/encyclopedie/portrettengalerij/pierson-allard
Realisme en nominalisme zijn begrippen uit de middeleeuwse filosofie over de zogeheten universalia waarbij het realisme nogal irrealistisch was. Volgens het “realisme” waren abstracte begrippen realistische begrippen.
Primus inter pares: de eerste onder zijn gelijken.