Bs'd
http://www.nd.nl/artikelen/2003/januari/21/maak-geboden-van-noach-basis-van-recht
RHOON - In een open brief aan de regering bepleiten een aantal
predikanten en kerkleden om de zeven zogenaamde Noachitische geboden
als basis van het recht te gaan gebruiken.
Het gaat om zes verboden (geen afgoderij, geen godslastering, geen
moord, geen incest, geen roof, geen dierenmishandeling) en een gebod:
instelling van een rechtsstelsel om de andere verboden te handhaven.
Ze werden als basis voor het internationale recht geformuleerd door
Hugo de Groot (1583-1645) en John Selden (1584-1654), aldus de
briefschrijvers.
Volgens de ondertekenaars stonden niet alleen aanhangers van het
zogenaamde bijbels humanisme, maar ook joodse rabbijnen positief
tegenover de Noachitische geboden. ,,Volgens rabbijnse opvatting
gelden deze, aan de bijbel ontleende, bepalingen voor de gehele
mensheid. Het zijn de minimale normen voor een menswaardige en
leefbare samenleving. Van groot belang is dat het heldere,
begrijpelijke en door de justitie controleerbare bepalingen zijn'',
aldus de brief.
De belangstelling voor het concept van deze geboden groeit, ook onder
hedendaagse joodse instituten, aldus de brief. Bepleit wordt ze in
Nederland sterker onder de aandacht van de bevolking te
brengen. ,,Door de Noachitische geboden een wezenlijk onderdeel te
maken van zowel het vak maatschappijleer als de inburgeringscursus,
kunnen autochtonen en allochtonen elkaar leren respecteren en
aanspreken op dezelfde basisnormen.''
De overheid wordt opgeroepen voor het uitwerken van deze Noachitische
geboden een beroep te doen ,,op het eeuwenoude en vitale rabbijnse
denken, waaronder de vertegenwoordigers van het Jodendom in ons
land''.
Tot de ondertekenaars behoren de predikanten G.H. Cohen Stuart
(Rhoon), H. Blankespoor (Den Haag), W.S. Duvekot (Utrecht), G.H. Abma
(Gouda) en A.J. Dondorp (Den Haag).