Voorstanders van de alverzoening doordenken niet de consequenties van hun standpunt. Ook zijn zij niet doordrongen van implicaties van de absolute heiligheid van God.
Gods heiligheid vereist absolute heiligheid van onze kant om in zijn nabijheid te vertoeven. Wanneer wij aan deze eis niet voldoen - en dat geldt voor ons allen - kunnen wij niet in zijn nabijheid vertoeven, nu niet, nooit niet. Wat overblijft voor ons, ‘non-heiligen’, is non-leven. De essentie van de hel bevat tenminste dit aspect: zonder God zijn. Zonder God betekent tevens zonder elk goed ding door Hem geschapen, omdat elk goed ding Gods nabijheid representeert.
Nu, Christus is gestorven voor de zonden van de mensheid. Hij heeft verzoening bewerkstelligd. Maar hoe geschiedt verzoening? Op basis van vrije wederzijdse bereidheid of unilateraal? Verzoening is enerzijds een daad van God in Christus (unilateraal aspect), maar vereist tevens een instemming van onze kant die gepaard gaat met verootmoediging, belijdenis van zonden en geloof in het offer van Christus (bilateraal aspect).
Dit alles betekent voor het alverzoeningsstandpunt het volgende:
1. Of God is niet zo heilig als Hij Zelf beweert; in ieder geval niet zo heilig dat het niet te matchen is met onze onheiligheid.
2. Of God is wel heilig, en (a) sommigen van ons worden geheiligd doordat ze tijdens hun leven geloven in Jezus en dus verzoend worden met God, terwijl (b) velen van ons na de dood tegen eigen wil in (want ze hebben immers Gods aanbod in Jezus verworpen) ‘gedwongen verzoend’ worden met God.
3. Of God is inderdaad heilig en besluit mensen na hun dood te redden buiten Christus om, buiten een offer voor de zonde om, buiten genoegdoening voor de zonde om. In feite had Christus net zo goed niet hoeven te sterven, want het kan dus ook zonder.
Laat het duidelijk zijn: met de alverzoeningsleer wordt Gods heiligheid aangetast, wordt Christus' offer belachelijk gemaakt en de ernst van de zonde gereduceerd,
http://www.habakuk.nu/content/index.php?option=com_content&task=view&id=265&Itemid=64