Victor Lamme, De Vrije Wil Bestaat Niet
(Aangepast 27/07). Victor Lamme, hoogleraar cognitieve neurowetenschappen, schreef een populair wetenschappelijk boek dat zich laat lezen als een roman. Om dat effect te bereiken maakt Lamme handig gebruik van de grote kennis over het menselijke brein die hij en zijn vakgenoten inmiddels verzameld hebben. Hierbij mankeert het Lamme niet aan gevoel voor drama. Zo voert hij in het eerste hoofdstuk de Canadese moordenaar Kenneth Parks ten tonele die, zonder dat hij zich dit bewust is, zijn schoonmoeder (en schoonvader) met een mes heeft aangevallen. Parks was gedurende de gehele episode, vanaf het ogenblik dat hij naar het huis van zijn schoonouders reed tot het ogenblik waarop hij hen aanviel, niet bij vol bewustzijn: hij was aan het slaapwandelen. Omdat Lamme klaarblijkelijk wil dat wij goed begrijpen hoe vreemd de geschiedenis van de slaapwandelende moordenaar is schuwt hij zelfs het gebruik van het eerste persoons perspectief niet.
(…)
Het betoog bestaat feitelijk uit twee delen. In de eerste hoofdstukken geeft Lamme antwoord op de vraag of een mens een ‘ik’ (een ‘zelf’ die beslissingen neemt bij vol bewustzijn) nodig heeft om het lichaam te besturen of is het brein in staat om geheel zelfstandig te opereren? Een mens dat slechts een brein nodigt heeft en geen ‘zelf’ wordt een zombie genoemd. Lamme voert het ene voorbeeld na het andere aan waaruit blijkt dat een mens inderdaad een zombie is. Het zwaartepunt van zijn betoog is het hierboven genoemde voorbeeld van de slaapwandelende moordenaar, Kenneth Parks. Voor zover het wetenschappelijk onderzoek ons in staat stelt conclusies te trekken –honderd procent zekerheid bestaat niet- lijkt het antwoord onontkoombaar: het brein heeft geen zelf nodig. Wij zijn niet veel meer dan overbodige ballast. Onze invloed, onze wilskracht, doet zich niet meetbaar gelden. Lamme meent zelfs dat onderzoek uitwijst dat ons brein meer weet over ons gedrag en onze beweegredenen dan wij er zelf over kunnen zeggen! In de toekomst kan de neurowetenschapper beter onmiddellijk metingen verrichten aan het brein in plaats van de proefpersoon vragen te stellen.
(…)
Lamme schrijft:
Een stimulus (…) ontsnapt aan je bewustzijn, maar intussen fietst de informatie die in de stimulus zit het hele brein door. Jij weet van niks, maar je brein weet wat er te zien is, welke kleuren, welke vormen, wiens gezicht en welke emotie daarop af te lezen is. (…) En al deze onbewuste informatie beinvloedt vervolgens de keuzes die je maakt over dingen waar je je wel bewust van bent. Vind je iets mooi of lelijk, rijd je wel of niet door oranje; je denkt dat je vrij beslist, maar schijn bedriegt. (p.131)
Deze boodschap is ons niet aangenaam: wij hebben namelijk zeer sterk het gevoel dat wij wél degelijk de controle hebben over ons lichaam. Een mogelijke uitweg om deze spanning tussen de wetenschappelijke bevindingen en de persoonlijke bevinding te verminderen is door de waarde van deze experimenten te bagatelliseren. Het staat ons, leken, echter niet vrij om de waarde van de experimenten in twijfel te trekken. We mogen wel zelf experimenteel aantonen dat Lamme ongelijk heeft. Ik zou echter niet weten hoe ik dat moet doen. Het is op z’n zachtst gezegd nogal hooghartig om te geloven dat je het eigenlijk beter weet dan de expert op het vakgebied.
—————–
Zie voor het hele artikel:
http://delachendetheoloog.web-log.nl/delachendetheoloog/2010/07/victor-lamme-de-vrije-wil-bestaat-niet.html