Daan Schreef:
——————————————————-
> De enige en ware Oppergod = Almachtig.
>
> De rest van de zg goden zijn dat niet.
>
> 1 Kor. 8:5, 6
En wie is die ware OpperGod?
Wie is de God van Israel? De God van Abraham, Izaak, en Jacob?
Het christendom is hierover in grote verwarring. Een verwarring die mede veroorzaakt wordt door slechte bijbelvertalingen. In vrijwel alle vertalingen wordt de vierletterige naam van God, die bijna 7000 keer voorkomt in de hebreeuwse bijbel, (het OT) niet vermeld, maar vervangen door: de HERE.
Maar hier zijn de bijbelteksten die aangeven wie er nou eigenlijk de God van Israel is, waarbij de letters van de Godsnaam weergegeven zijn, gelijk in de hebreeuwse grondtekst.
Exodus 29:46 “En zij zullen weten, dat Ik, J-H-W-H, hun God ben, die hen uit het land Egypte geleid heb, opdat Ik in hun midden wone; Ik ben J-H-W-H hun God.”
Numeri 15:41 “Ik ben J-H-W-H uw God, die u uit het land Egypte heb uitgeleid om u tot een God te zijn; Ik ben J-H-W-H uw God.”
Deuteronimium 10:20-21 “J-H-W-H uw God, zult gij vrezen, Hem zult gij dienen, Hem aanhangen en bij zijn naam zweren. Hij is uw lof en Hij is uw God”
Jozua 24:18 “Ook wij zullen J-H-W-H dienen, want Hij is onze God.”
II Samuel 22:32 “Want wie is God behalve J-H-W-H, wie is een rots buiten onze God?”
I Kronieken 16:14 “Hij, J-H-W-H, is onze God”
II Kronieken 13:10 “Wij daarentegen: J-H-W-H is onze God”
Psalm 31:15 “Maar ik vertrouw op U, J-H-W-H, ik zeg: Gij zijt mijn God.”
Psalm 89:7 “want wie in de hemel kan J-H-W-H evenaren, wie onder de goden is J-H-W-H gelijk?”
Psalm 91:2 “Ik zeg tot J-H-W-H: Mijn toevlucht en mijn vesting, mijn God, op wie ik vertrouw.”
Psalm 100:3 “3 Erkent, dat J-H-W-H God is; Hij heeft ons gemaakt, en Hem behoren wij toe.”
Psalm 105:7 “Hij, J-H-W-H, is onze God, zijn oordelen gaan over de ganse aarde;”
Psalm 118:27 “J-H-W-H is God, Hij heeft het voor ons doen lichten.”
Psalm 140:7 “Ik zeg tot J-H-W-H: Gij zijt mijn God”
Jesaja 25:1 “O; J-H-W-H, Gij zijt mijn God.”
Jesaja 41:13 “Want Ik, J-H-W-H uw God, grijp uw rechterhand vast;”
Jesaja 43:3 “Want Ik, J-H-W-H, ben uw God, de Heilige Israëls, uw Verlosser;”
Jesaja 51:15 “Want Ik ben J-H-W-H uw God, die de zee opzweep, zodat haar golven bruisen, wiens naam is J-H-W-H der heerscharen”
Jeremiah 3:22-23 “Zie, hier zijn wij, wij komen tot U, want Gij zijt J-H-W-H onze God”
Jeremiah 10:10 “10 Doch J-H-W-H is de waarachtige God, Hij is de levende God en een eeuwig Koning;”
Jeremiah 31:18 “want Gij, J-H-W-H, zijt mijn God.”
Habakuk 1:12 “Zijt Gij niet vanouds, J-H-W-H, mijn God, mijn Heilige?”
En is er behalve deze God J-H-W-H nou nog een andere God?
Deuteronomium 4:35 “Gij hebt het te zien gekregen, opdat gij zoudt weten, dat J-H-W-H God is, er is geen ander behalve Hij.”
Deuteronomium 4:39 “Weet daarom heden en neem het ter harte, dat J-H-W-H God is in de hemel daar boven en op de aarde hier beneden, er is geen ander.”
II Samuel 7:22 “Daarom zijt Gij groot, here J-H-W-H, want niemand is U gelijk en geen God is er behalve Gij naar al wat wij met onze oren gehoord hebben.”
I Koningen 8:59-60 “Opdat alle volken der aarde mogen weten dat J-H-W-H God is en niemand meer”
I Kronieken 17:20 “J-H-W-H, niemand is U gelijk, en geen God is er behalve Gij naar al wat wij met onze oren gehoord hebben.”
II Kronieken 6:14 “en zeide: J-H-W-H, God van Israël, er is in de hemel en op de aarde geen God als Gij”
Nehemia 9:6 “Gij toch zijt alleenJ-H-W-H. Gij hebt de hemel, de hemel der hemelen en al zijn heer gemaakt, de aarde en al wat daarop is, de zeeën en al wat daarin is; ja, Gij geeft hun allen het leven, en het heer des hemels buigt zich voor U neder. Gij toch zijt J-H-W-H de God, die Abram verkoren, hem uit Ur der Chaldeeën geleid en hem de naam Abraham gegeven hebt.”
Jesaja 43:10 “Voor Mij is er geen God geformeerd, en na mij zal er geen zijn.”
Jesaja 44:6 “Zo zegt J-H-W-H, de koning en verlosser van Israel, J-H-W-H der heerscharen: Ik ben de eerste en de laatste, en buiten mij is er geen God.”
Jesaja 45:5-6 “5 Ik ben J-H-W-H en er is geen ander; buiten Mij is er geen God. Ik gordde u, hoewel gij Mij niet kendet, 6 opdat men het wete waar de zon opgaat en waar zij ondergaat, dat er buiten Mij niemand is; Ik ben J-H-W-H en er is geen ander”
Jesaja 45:21-23 “Wie heeft dit vanouds doen horen, het van overlang verkondigd? Ben Ik het niet, J-H-W-H? En er is geen God behalve Ik, een rechtvaardige, verlossende God is er buiten Mij niet. ”
Joel 2:27 “Dan zult gij weten, dat Ik in het midden van Israël ben, en dat Ik, J-H-W-H uw God ben, en niemand anders;”
Exodus 20:1-3 “Toen sprak God al deze woorden: Ik ben J-H-W-H uw God die u uit het land Egypte, uit het diensthuis geleid heb;
GIJ ZULT GEEN ANDERE GODEN VOOR MIJN AANGEZICHT HEBBEN.”