Bent u wel eens met vakantie in Israël geweest? Dan zal het u ongetwijfeld zijn opgevallen dat u allen bij het betreden van Joodse heiligdommen het hoofd moet bedekken terwijl het bij het betreden van christelijke heiligdommen precies tegenovergesteld is. De mannelijke bezoekers moeten eerst hun petjes er afhalen voordat zij bijvoorbeeld de geboortekerk in Bethlehem of de grafkerk in Jeruzalem binnen mogen, maar andersom staat er bij de klaagmuur juist een bak met kartonnen keppeltjes voor de toeristen die zelf geen eigen Kipa hebben. Hoe kan dat toch, dat de Joden uit eerbied en respect voor G’d hun hoofd bedekken en de Christenen in een vermeende vrijheid met onbedekt hoofd de heilige plaatsen betreden? Wat zegt de Bijbel hier over? Laten we maar kijken wat Moshe moest doen toen hij voor het eerst heilige grond betrad: “Moshe nu was gewoon de kudde van zijn schoonvader Yit’ro , de priester van Mid’yan, te hoeden. Eens, toen hij de kudde naar de overkant van de woestijn geleid had, kwam hij bij de berg G’ds, Chorev . Daar verscheen hem de Engel van Adonai als een vuurvlam midden uit een braamstruik. Hij keek toe, en zie, de braamstruik stond in brand, maar werd niet verteerd. Moshe nu dacht: Laat ik toch dat wondere verschijnsel gaan bezien, waarom de braamstruik niet verbrandt. Toen de Eeuwige zag, dat hij het ging bezien, riep G’d hem uit de braamstruik toe: Moshe, Moshe! En hij antwoordde: Hier ben ik. Daarop zeide Hij: Kom niet dichterbij: doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats, waarop gij staat, is heilige grond!” (tvm> Sh’mot 3:1-5). Niemand gaat de woestijn in zonder petje, hoed of hoofddoek, want er is geen schaduw en men staat bloot aan de brandende hitte van de felle zon. Daarom mogen wij er rustig van uit gaan, dat ook Moshe als herder in de woestijn een hoofddeksel droeg om zich daarmee te beschermen, want anders zou hij een zonnesteek oplopen. Maar moest hij zijn hoofddeksel weghalen toen hij heilige grond betrad? Neen! Zijn schoenen wel, maar zijn hoofddeksel niet! Hij stond dus met bedekt hoofd in G’ds tegenwoordigheid, en de Eeuwige heeft daar niets van gezegd, want het was naar Zijn wil! Hoe weten wij dat? Omdat er in de Bijbel talrijke voorbeelden staan dat niemand blootshoofds voor G’ds troon mag komen.
Priesterlijk hoofdsieraad
Het hoofddeksel vormde een belangrijk onderdeel van de priesterkleding, want de Eeuwige sprak tot Moshe: “Gij dan, doe tot u naderen uw broeder Aharon, en zijn zonen met hem, uit het midden der Israëlieten, om voor Mij het priesterambt te bekleden: Aharon, Nadav en Avihu, El’azar en Itamar, de zonen van Aharon. Gij zult heilige klederen maken voor uw broeder Aharon, tot een prachtig sieraad. Gij zult zeggen tot allen die kunstvaardig zijn, welke Ik met een geest van wijsheid vervuld heb, dat zij de klederen van Aharon maken, om hem te heiligen, om voor Mij het priesterambt te bekleden. Dit nu zijn de klederen die zij maken zullen: een borstschild, een efod, een opperkleed, een onderkleed van bewerkte stof, een tulband en een gordel. Zo zullen zij heilige klederen maken voor uw broeder Aharon, en voor zijn zonen, om voor Mij het priesterambt te bekleden. Ook zult gij een plaat van louter goud maken en daarop graveren als zegelgraveerwerk: Heilig voor de Eeuwige. Gij zult haar aan een blauwpurperen snoer bevestigen, en zij zal zich bevinden op de tulband, aan de voorkant van de tulband.” (tvm> Sh’mot 28:1-4, 36-37). De priesters traden op als bemiddelaars tussen het volk en de Eeuwige en konden natuurlijk niet met gewone alledaagse kleren voor de Koning der koningen verschijnen. De Hogepriester was de man die G’ds aanwezigheid het dichtst naderde. Daarom droeg hij een speciale hoofdbedekking die in wezen eigenlijk een kroon was, namelijk een massief gouden band die hij moest dragen op het voorhoofd over de tulband. Op deze gouden diadeem stond een Hebreuwse tekst gegraveerd: hvhyl >dq Qodesh laAdonai . Het Hebreeuwse woord >vdq Qadosh dat doorgaans vertaald wordt met het woord “heilig” betekent eigenlijk “apart staan” of “apart gezet worden”. Deze tekst op de voorkant van zijn hoofddeksel diende echter niet alleen om daarmee aan te geven dat de Kohen haGadol heilig is voor de Eeuwige, maar tevens om alle Israëlieten eraan te herinneren
bron:BIJBELSTUDIE OVER HET HOOFDDEKSEL
ik weet wel dat vroeger toen ik nog geregeld naar de kerk ging 8-) mensen die hoedjes en hoeden op hadden . ze af zetten in de kerk ( Katholieke kerk )
Als ik nu naar de kerk zou gaan en had een hoedje op , zou ik het ook doen . , ik zie het zo als je ergens op visite gaat en je draag een hoedje . zet je het ook af bij binnenkomst .